Jozua 5:1

1 En het geschiedde, toen al de koningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan westwaarts, en al de koningen der Kanaanieten, die aan de zee waren, hoorden, dat de HEERE de wateren van de Jordaan had uitgedroogd, voor het aangezicht der kinderen Israels, totdat wij daardoor gegaan waren; zo versmolt hun hart, en er was geen moed meer in hen, voor het aangezicht der kinderen Israels.

Jozua 5:1 Meaning and Commentary

Joshua 5:1

And it came to pass, when all the kings of the Amorites, which
[were] on the side of Jordan westward
On the side the Israelites were now on; and this is observed, to distinguish them from the other kings of the Amorites beyond Jordan, on the eastern side, who were already conquered by the Israelites, Sihon and Og, who seem to be a colony that went over from the Amorites in Canaan, and possessed themselves of that part of the land of Moab. These seem to be put for several others of the nations of the land not mentioned, who doubtless were as much dispirited as they; and they are the rather mentioned, because they were a principal nation, and a very powerful and warlike one, see ( Amos 2:9 ) .

and all the kings of the Canaanites which [were] by the sea;
the Mediterranean sea; the Septuagint version calls them the kings of Phoenicia; and that which was strictly and property so lay on that coast, in which were the cities of Tyre and Sidon, though the whole land of Canaan was sometimes so called; unless this is to be understood, either of the dead sea, or of the sea of Galilee; of which Canaanites, see ( Numbers 13:29 ) ; however, be they the one or the other, or both, as most likely, when they

heard that the Lord had dried up the waters of Jordan from before the
children of Israel, until we were passed over, that their heart melted,
neither was there spirit in them any more, because of the children of
Israel;
they lost all their courage, and never recovered it any more; concluding it was all over with them, since such wonderful things were done for them by the Lord: the word "we" shows that the writer of this history was one that passed over Jordan, and who can be supposed but Joshua himself? this circumstance, I think, strongly corroborates that opinion.

Jozua 5:1 In-Context

1 En het geschiedde, toen al de koningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan westwaarts, en al de koningen der Kanaanieten, die aan de zee waren, hoorden, dat de HEERE de wateren van de Jordaan had uitgedroogd, voor het aangezicht der kinderen Israels, totdat wij daardoor gegaan waren; zo versmolt hun hart, en er was geen moed meer in hen, voor het aangezicht der kinderen Israels.

2 Te dier tijd sprak de HEERE tot Jozua: Maak u stenen messen, en besnijd wederom de kinderen Israels ten tweeden maal.

3 Toen maakte zich Jozua stenen messen, en besneed de kinderen Israels op den heuvel der voorhuiden.

4 Dit nu was de oorzaak, waarom hen Jozua besneed: al het volk, dat uit Egypte getogen was, de manspersonen, alle krijgslieden, waren gestorven in de woestijn, op den weg, nadat zij uit Egypte getogen waren.

5 Want al het volk, dat er uittoog, was besneden; maar al het volk, dat geboren was in de woestijn op den weg, nadat zij uit Egypte getrokken waren, hadden zij niet besneden.