Klaagliederen 1:5

5 He. Haar tegenpartijders zijn ten hoofd geworden, haar vijanden zijn gerust; omdat haar de HEERE bedroefd heeft, vanwege de veelheid harer overtredingen; haar kinderkens gaan henen in de gevangenis voor het aangezicht des tegenpartijders.

Klaagliederen 1:5 Meaning and Commentary

Lamentations 1:5

Her adversaries are the chief
Or, "for the head" F14; or are the head, as was threatened, ( Deuteronomy 28:44 ) ; and now fulfilled; the Chaldeans having got the dominion over the Jews, and obliged them to be subject to them: her enemies prosper;
in wealth and riches, in grandeur and glory; live in ease and tranquillity, enjoying all outward felicity and happiness; while Zion was in distress; which was an aggravation of it; and yet this was but righteous judgment: for the Lord hath afflicted her;
who is righteous in all his ways: the Chaldeans were but instruments; the evil was from the Lord, according to his will and righteous determination, as appears by what follows: for the multitude of her transgressions: her children are gone into
captivity before the enemy;
that is, the inhabitants of Jerusalem and Judea were carried captive by the enemy, and drove before them as a flock of sheep, and that for the sins of the nation; and these not a few, but were very numerous, as Mordecai and Ezekiel, and others, who were carried captive young with Jeconiah, as well as many now.


FOOTNOTES:

F14 (varl) "in caput", Vatablus, Junius & Tremellius, Piscator; "facti sunt caput", Cocceius.

Klaagliederen 1:5 In-Context

3 Gimel. Juda is in gevangenis gegaan vanwege de ellende, en vanwege de veelheid der dienstbaarheid; zij woont onder de heidenen, zij vindt geen rust; al haar vervolgers achterhalen ze tussen de engten.
4 Daleth. De wegen Sions treuren, omdat niemand op het feest komt; al haar poorten zijn woest, haar priesters zuchten: haar jonkvrouwen zijn bedroefd, en zij zelve is in bitterheid.
5 He. Haar tegenpartijders zijn ten hoofd geworden, haar vijanden zijn gerust; omdat haar de HEERE bedroefd heeft, vanwege de veelheid harer overtredingen; haar kinderkens gaan henen in de gevangenis voor het aangezicht des tegenpartijders.
6 Vau. En van de dochter Sions is al haar sieraad weggegaan; haar vorsten zijn als de herten, die geen weide vinden, en zij gaan krachteloos henen voor het aangezicht des vervolgers.
7 Zain. Jeruzalem is, in de dagen harer ellende en harer veelvuldige ballingschap, indachtig aan al haar gewenste dingen, die zij van oude dagen af gehad heeft; dewijl haar volk door de hand des tegenpartijders valt, en zij geen helper heeft; de tegenpartijders zien haar aan, zij spotten met haar rustdagen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.