Leviticus 7:7

7 Gelijk het zondoffer, alzo zal ook het schuldoffer zijn; enerlei wet zal voor dezelve zijn; het zal des priesters zijn, die daarmede verzoening gedaan zal hebben.

Leviticus 7:7 Meaning and Commentary

Leviticus 7:7

As the sin [offering is], so [is] the trespass [offering,
there is] one law for them
The same as in ( Leviticus 6:27 Leviticus 6:28 ) :

the priest that maketh atonement therewith shall have it;
who by offering it made atonement for the trespass of the person that brings it, as typical of the atonement by the sacrifice of Christ; he was to have all but what was burnt, for himself and his sons; though no doubt but other priests then on duty in the court ate with him.

Leviticus 7:7 In-Context

5 En de priester zal die aansteken op het altaar, ten vuuroffer den HEERE; het is een schuldoffer.
6 Al wat mannelijk is onder de priesteren zal dat eten; in de heilige plaats zal het gegeten worden; het is een heiligheid der heiligheden.
7 Gelijk het zondoffer, alzo zal ook het schuldoffer zijn; enerlei wet zal voor dezelve zijn; het zal des priesters zijn, die daarmede verzoening gedaan zal hebben.
8 Ook de priester, die iemands brandoffer offert, die priester zal de huid des brandoffers hebben, dat hij geofferd heeft.
9 Daartoe al het spijsoffer, dat in den oven gebakken wordt, met al wat in den ketel en in den pan bereid wordt, zal des priesters zijn, die dat offert.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.