Markus 4:38

38 En Hij was in het achterschip, slapende op een oorkussen; en zij wekten Hem op, en zeiden tot Hem: Meester, bekommert het U niet, dat wij vergaan?

Markus 4:38 Meaning and Commentary

Mark 4:38

And he was in the hinder part of the ship
That is, Christ was in the stern of the ship: the Persic version renders it, "he was in the bottom of the ship, in a corner", but very wrongly; here he was

asleep on a pillow,
which some say was a wooden one, framed at the stern: however, he was fast asleep on it, being greatly fatigued with the work of the day; (See Gill on Matthew 8:24).

And they awake him, and say unto him, Master, carest thou not that
we perish?
The disciples came to him and jogged him, and awoke him out of sleep; saying, Master, arise, and save us, or we are lost: hast thou no concern for us? how canst thou lie sleeping here, when we are in such danger? are our lives of no account with thee? is it a matter of no moment with thee, whether we are saved or lost? They seem to say this, not so much praying and interrogating, as complaining and reproving.

Markus 4:38 In-Context

36 En zij, de schare gelaten hebbende, namen Hem mede, gelijk Hij in het schip was; en er waren nog andere scheepjes met Hem.
37 En er werd een grote storm van wind, en de baren sloegen over in het schip, alzo dat het nu vol werd.
38 En Hij was in het achterschip, slapende op een oorkussen; en zij wekten Hem op, en zeiden tot Hem: Meester, bekommert het U niet, dat wij vergaan?
39 En Hij opgewekt zijnde, bestrafte den wind, en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen, en er werd grote stilte.
40 En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij zo vreesachtig? Hoe hebt gij geen geloof?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.