Mattheüs 15:34

34 En Jezus zeide tot hen: Hoevele broden hebt gij? Zij zeiden: Zeven, en weinige visjes.

Mattheüs 15:34 Meaning and Commentary

Matthew 15:34

And Jesus saith unto them
In a very mild and gentle manner, taking no notice of their stupidity, nor upbraiding them with their forgetfulness of the late miracle, and willing to exercise their patience, and try their faith, asks,

how many loaves have ye?
meaning in the common stock, and which they brought along with them, for their own supply:

and they said seven, and a few little fishes;
which they mention as so small a provision, that it was as nothing for such multitudes; their loaves of bread were but seven, and their fishes, which were ready dressed, dried, or boiled were few in number, and small, as to quantity and size.

Mattheüs 15:34 In-Context

32 En Jezus, Zijn discipelen tot Zich geroepen hebbende, zeide: Ik word innerlijk met ontferming bewogen over de schare, omdat zij nu drie dagen bij Mij gebleven zijn, en hebben niet wat zij eten zouden; en Ik wil hen niet nuchteren van Mij laten, opdat zij op den weg niet bezwijken.
33 En Zijn discipelen zeiden tot Hem: Van waar zullen wij zovele broden in de woestijn bekomen, dat wij zulk een grote schare zouden verzadigen?
34 En Jezus zeide tot hen: Hoevele broden hebt gij? Zij zeiden: Zeven, en weinige visjes.
35 En Hij gebood den scharen neder te zitten op de aarde.
36 En Hij nam de zeven broden en de vissen, en als Hij gedankt had, brak Hij ze, en gaf ze Zijn discipelen; en de discipelen gaven ze aan de schare.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.