Nehemia 8:17

17 Alzo ging het volk uit en haalden ze, en maakten zich loofhutten, een iegelijk op zijn dak, en in hun voorhoven, en in de voorhoven van Gods huis, en op de straat der Waterpoort, en op de straat van Efraimspoort.

Nehemia 8:17 Meaning and Commentary

Nehemiah 8:17

And all the congregation of them that were come again out of
captivity made booths
These came to Jerusalem, and made them booths there; for there only was this feast kept, see ( John 7:2 John 7:10 ) ,

and sat under the booths;
there they dwelt during the seven days of it, in commemoration of their ancestors dwelling in booths in the wilderness, see ( Leviticus 23:42 Leviticus 23:43 )

for since the days of Jeshua the son of Nun unto that day had not the
children of Israel done so;
Joshua observed it, when be had brought and settled the people of Israel in the land of Canaan; and it had been observed since, before this time, as appears from ( 1 Kings 8:2 1 Kings 8:65 1 Kings 8:66 ) ( Ezra 3:4 ) ; but not so, with such exactness, with such zeal and affection, with such a regard to the law of God, as to read it every day of the feast, as in the next verse, and with such joy and gladness; wherefore there is no reason to suspect a corruption in the text, as a learned man F23 does, who supposes that Joshua is put for Josiah:

and there was very great gladness;
that they were restored unto and settled in their land, had the book of the law, and the knowledge of it, and were directed and enabled to observe it.


FOOTNOTES:

F23 Delancy's Life of King David, vol. 1. p. 395. marg.

Nehemia 8:17 In-Context

15 En zij vonden in de wet geschreven, dat de HEERE door de hand van Mozes geboden had, dat de kinderen Israels in loofhutten zouden wonen, op het feest in de zevende maand;
16 En dat zij het zouden luidbaar maken, en een stem laten doorgaan door al hun steden, en te Jeruzalem, zeggende: Gaat uit op het gebergte, en haalt takken van olijfbomen, en takken van andere olieachtige bomen, en takken van mirtebomen, en takken van palmbomen, en takken van andere dichte bomen, om loofhutten te maken, als er geschreven is.
17 Alzo ging het volk uit en haalden ze, en maakten zich loofhutten, een iegelijk op zijn dak, en in hun voorhoven, en in de voorhoven van Gods huis, en op de straat der Waterpoort, en op de straat van Efraimspoort.
18 En de ganse gemeente dergenen, die uit de gevangenis waren wedergekomen, maakten loofhutten, en woonden in die loofhutten; want de kinderen Israels hadden alzo niet gedaan sinds de dagen van Jesua, den zoon van Nun, tot op dezen dag toe; en er was zeer grote blijdschap. [ (Nehemiah 8:19) En men las in het wetboek Gods dag bij dag, van den eersten dag tot den laatsten dag. En zij hielden het feest zeven dagen, en op den achtsten dag den verbodsdag, naar het recht. ]
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.