Numberi 14:31

31 En uw kinderkens, waarvan gij zeidet: Zij zullen ten roof worden! die zal Ik daarin brengen, en die zullen bekennen dat land, hetwelk gij smadelijk verworpen hebt.

Numberi 14:31 Meaning and Commentary

Numbers 14:31

But your little ones, which ye said should be a prey
To the Canaanites, ( Numbers 14:3 ) ; them will I bring in;
into the land of Canaan, and so fulfil the promise made to Abraham, Isaac, and Jacob: for the unbelief of this congregation did not make the faith, or faithfulness of God, of none effect: and they shall know the land which ye have despised;
shall know what a good land it is by experience, and shall possess and enjoy it with approbation, delight, and pleasure, which they, believing the spies, rejected with, loathing and disdain.

Numberi 14:31 In-Context

29 Uw dode lichamen zullen in deze woestijn vallen; en al uw getelden, naar uw gehele getal, van twintig jaren oud en daarboven, gij, die tegen Mij gemurmureerd hebt.
30 Zo gij in dat land komt, over hetwelk Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik u daarin zou doen wonen, behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.
31 En uw kinderkens, waarvan gij zeidet: Zij zullen ten roof worden! die zal Ik daarin brengen, en die zullen bekennen dat land, hetwelk gij smadelijk verworpen hebt.
32 Maar u aangaande, uw dode lichamen zullen in deze woestijn vallen!
33 En uw kinderen zullen gaan weiden in deze woestijn, veertig jaren, en zullen uw hoererijen dragen, totdat uw dode lichamen verteerd zijn in deze woestijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.