Numberi 26:38

38 De zonen van Benjamin, naar hun geslachten: van Bela het geslacht der Belaieten; van Asbel het geslacht der Asbelieten; van Ahiram het geslacht der Ahirmieten;

Numberi 26:38 Meaning and Commentary

Ver. 38-41. The sons of Benjamin, after their families
This tribe was numbered next to Ephraim, being under his standard. Five of the sons of Benjamin are omitted, perhaps because they died without issue, and so no families sprang from them; the names of the five sons mentioned vary a little from the names of them in ( Genesis 46:21 ) instead of Ehi, it is here Ahiram; and instead of Huppim and Muppim, it is here Shupham and Hupham; from these last five were the families of the Belaite, Ashbelite, Ahiramite, Shuphamite, and Huphamite; and from the eldest of them sprang two other families, the Ardite and Naamite, from Ard and Naaman, two sons of Bela; the number of men in these families was 45,600, so that here was an increase of 10,200.

Numberi 26:38 In-Context

36 En dit zijn de zonen van Sutelah; van Eran het geslacht der Eranieten.
37 Dat zijn de geslachten der zonen van Efraim, naar hun getelden: twee en dertig duizend en vijfhonderd. Dat zijn de zonen van Jozef, naar hun geslachten.
38 De zonen van Benjamin, naar hun geslachten: van Bela het geslacht der Belaieten; van Asbel het geslacht der Asbelieten; van Ahiram het geslacht der Ahirmieten;
39 Van Sefufam het geslacht der Sufamieten; van Hufam het geslacht der Hufamieten.
40 En de zonen van Bela waren Ard en Naaman; van Ard het geslacht der Ardieten; van Naaman het geslacht der Naamieten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.