13
Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
14
En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods:
15
Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart, of heet!
16
Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen.
17
Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.