Psalmen 105:26

26 Hij zond Mozes, Zijn knecht, en Aaron, dien Hij verkoren had.

Psalmen 105:26 Meaning and Commentary

Psalms 105:26

He sent Moses his servant
Into Egypt, to deliver his people Israel out of the hands of the Egyptians; in which, as in other things, he approved himself to be a faithful servant to the Lord; of this mission of his, see ( Exodus 3:10-14 ) . In this he was a type of Christ, who appeared in the form of a servant, and really was one; God's righteous servant as Mediator, though his Son as a divine Person; sent by him to redeem his people out of worse than Egyptian bondage, from sin, Satan, the law, its curse and condemnation.

And Aaron whom he had chosen;
to go along with Moses, to be a mouth for him, and a prophet to him, ( Exodus 4:16 ) ( 7:1 ) , who also was a type of Christ, being a priest and good spokesman, chosen and called of God, a holy and an anointed one. The Targum is,

``in whom he was well pleased.''

Psalmen 105:26 In-Context

24 En Hij deed Zijn volk zeer wassen, en maakte het machtiger dan Zijn tegenpartijders.

25 Hij keerde hun hart om, dat zij Zijn volk haatten, dat zij met Zijn knechten listiglijk handelden.

26 Hij zond Mozes, Zijn knecht, en Aaron, dien Hij verkoren had.

27 Zij deden onder hen de bevelen Zijner tekenen, en de wonderwerken in het land van Cham.

28 Hij zond duisternis, en maakte het duister; en zij waren Zijn woord niet wederspannig.