Psalmen 35:26

26 Laat hen beschaamd en te zamen schaamrood worden, die zich in mijn kwaad verblijden; laat hen met schaamte en schande bekleed worden, die zich tegen mij groot maken.

Psalmen 35:26 Meaning and Commentary

Psalms 35:26

Let them be ashamed and brought to confusion together
In a body, as one man; as they gathered together against him, ( Psalms 35:15 ) ; so he entreats they might together be brought to shame and confusion, they not being able to execute their designs; their schemes being broken, their counsels defeated, and they exposed to contempt;

that rejoice at mine hurt;
the same with his adversity, or halting, ( Psalms 35:15 ) ;

let them be clothed with shame and dishonour that magnify [themselves]
against me;
let them be covered with it, as a man is with a garment; who magnified themselves, opened their mouths in great swelling words of vanity against him, vaunted and bragged over him, as in their power, and at their will.

Psalmen 35:26 In-Context

24 Doe mij recht naar Uw gerechtigheid, HEERE, mijn God! en laat hen zich over mij niet verblijden.
25 Laat hen niet zeggen in hun hart: Heah, onze ziel! laat hen niet zeggen: Wij hebben hem verslonden!
26 Laat hen beschaamd en te zamen schaamrood worden, die zich in mijn kwaad verblijden; laat hen met schaamte en schande bekleed worden, die zich tegen mij groot maken.
27 Laat hen vrolijk zingen en verblijd zijn, die lust hebben tot mijn gerechtigheid; en laat hen geduriglijk zeggen: Groot gemaakt zij de HEERE, Die lust heeft tot den vrede Zijns knechts!
28 Zo zal mijn tong vermelden Uw gerechtigheid, en Uw lof den gansen dag.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.