Richtere 13:14

14 Zij zal niet eten van iets, dat van de wijnstok des wijns voortkomt; en wijn en sterke drank zal zij niet drinken, noch iets onreins eten; al wat Ik haar geboden heb, zal zij onderhouden.

Richtere 13:14 Meaning and Commentary

Judges 13:14

She may not eat of anything that cometh from the vine,
&c.] Grapes moist or dried, kernels, or husks, or anything made of them:

neither let her drink wine, or strong drink;
as she was to be careful to abstain from such liquors, so her husband also is enjoined not to suffer her to drink any:

nor eat any unclean thing;
which was so by the law of Moses, and particularly by the law of the Nazarites:

all that I commanded her, let her observe;
both with respect to herself and the child.

Richtere 13:14 In-Context

12 Toen zeide Manoach: Nu, dat Uw woorden komen; maar wat zal des knechtjes wijze en zijn werk zijn?
13 En de Engel des HEEREN zeide tot Manoach: Van alles, wat Ik tot de vrouw gezegd heb, zal zij zich wachten.
14 Zij zal niet eten van iets, dat van de wijnstok des wijns voortkomt; en wijn en sterke drank zal zij niet drinken, noch iets onreins eten; al wat Ik haar geboden heb, zal zij onderhouden.
15 Toen zeide Manoach tot den Engel des HEEREN: Laat ons U toch ophouden, en een geitenbokje voor Uw aangezicht bereiden.
16 Maar de Engel des HEEREN zeide tot Manoach: Indien gij Mij zult ophouden, Ik zal van uw brood niet eten; en indien gij een brandoffer zult doen, dat zult gij den HEERE offeren. Want Manoach wist niet, dat het een Engel des HEEREN was.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.