Richtere 19:20

20 Toen zeide de oude man: Vrede zij u! al wat u ontbreekt, is toch bij mij; alleenlijk vernacht niet op de straat.

Richtere 19:20 Meaning and Commentary

Judges 19:20

And the old man said, peace be with you
All happiness attend thee, particularly ease and tranquillity of mind, let nothing disturb or distress thee:

howsoever, let all thy wants lie upon me;
signifying, that if he had neither bread nor wine for himself, his wife, and his servant, nor any litter nor provender for his asses, he was welcome to all from him; and whatever his wants were, he would supply them, which was nobly and generously said:

only lodge not in the street:
that I cannot bear to think of, as if he should say; for a stranger, an Israelite, one of my own country, a good man, a Levite going to the house of God, to take up a lodging in the streets, let it not be said.

Richtere 19:20 In-Context

18 En hij zeide tot hem: Wij trekken door van Bethlehem-Juda tot aan de zijden van het gebergte van Efraim, van waar ik ben; en ik was naar Bethlehem-Juda getogen, maar ik trek nu naar het huis des HEEREN; en er is niemand, die mij in huis neemt.
19 Daar toch onze ezelen zowel stro als voeder hebben, en ook brood en wijn is voor mij, en voor uw dienstmaagd, en voor de jongen, die bij uw knechten is; er is aan geen ding gebrek.
20 Toen zeide de oude man: Vrede zij u! al wat u ontbreekt, is toch bij mij; alleenlijk vernacht niet op de straat.
21 En hij bracht hem in zijn huis, en gaf aan de ezelen voeder; en hun voeten gewassen hebbende, zo aten en dronken zij.
22 Toen zij nu hun hart vrolijk maakten, ziet, zo omringden de mannen van die stad (mannen, die Belials kinderen waren) het huis, kloppende op de deur; en zij spraken tot den ouden man, den heer des huizes, zeggende: Breng den man, die in uw huis gekomen is, uit, opdat wij hem bekennen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.