Richtere 20:47

47 Doch zeshonderd mannen keerden zich, en vloden naar de woestijn, tot den rotssteen van Rimmon, en bleven in den rotssteen van Rimmon, vier maanden.

Richtere 20:47 Meaning and Commentary

Judges 20:47

But six hundred men
Who were all that were left of 26,700

turned and fled to the wilderness;
turned out of the highway or common road, and being swift of foot, got to a wilderness; what wilderness is not certain:

unto the rock Rimmon, and abode in the rock Rimmon four months;
very probably in a cave of that rock, which might be large enough to hold such a number; Saul is said to have just the same number under it, and David had also a like number in a cave at Engedi, ( 1 Samuel 14:2 ) ( 23:13 ) ( 24:3 ) , and from hence these men might send out of their number to fetch in provision for them from parts adjacent, after the heat of the action was over, and the rage and fury of the Israelites subsided.

Richtere 20:47 In-Context

45 Toen keerden zij zich, en vloden naar de woestijn, tot den rotssteen van Rimmon; maar zij deden een nalezing onder hen op de straten, van vijf duizend man; voorts kleefden zij hen achteraan tot aan Gideom, en sloegen van hen twee duizend man.
46 Alzo waren allen, die op die dag van Benjamin vielen, vijf en twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken; die allen waren strijdbare mannen.
47 Doch zeshonderd mannen keerden zich, en vloden naar de woestijn, tot den rotssteen van Rimmon, en bleven in den rotssteen van Rimmon, vier maanden.
48 En de mannen van Israel keerden weder tot de kinderen van Benjamin, en sloegen hen met de scherpte des zwaards, die van de gehele stad tot de beesten toe, ja, al wat gevonden werd; ook zetten zij alle steden, die gevonden werden, in het vuur.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.