Richtere 9:10

10 Toen zeiden de bomen tot den vijgeboom: Kom gij, wees koning over ons.

Richtere 9:10 Meaning and Commentary

Judges 9:10

And the trees said to the fig tree
Another useful and fruit bearing tree, and to which also good men are sometimes compared, see ( Song of Solomon 2:13 ) ,

come thou, and reign over us:
which Jarchi applies to Deborah, but may be better applied to one of Gideon's sons, who, though they had not a personal offer of kingly government themselves, yet it was made to them through their father, and refused, as for himself, so for them; and had it been offered to them, they would have rejected it, as Jotham seems to intimate by this parable.

Richtere 9:10 In-Context

8 De bomen gingen eens heen, om een koning over zich te zalven, en zij zeiden tot den olijfboom: Wees gij koning over ons.
9 Maar de olijfboom zeide tot hen: Zoude ik mijn vettigheid verlaten, die God en de mensen in mij prijzen? En zoude ik heengaan om te zweven over de bomen?
10 Toen zeiden de bomen tot den vijgeboom: Kom gij, wees koning over ons.
11 Maar de vijgeboom zeide tot hen: Zou ik mijn zoetigheid en mijn goede vrucht verlaten? En zou ik heengaan om te zweven over de bomen?
12 Toen zeiden de bomen tot den wijnstok: Kom gij, wees koning over ons.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.