Ruth 3:12

12 Nu dan, wel is waar, dat ik een losser ben; maar er is nog een losser, nader dan ik.

Ruth 3:12 Meaning and Commentary

Ruth 3:12

And now it is true, that I am thy near kinsman
Her husband and he being brothers' sons, so own cousins:

howbeit, there is a kinsman nearer than I,
who was, the Jews say F23, the brother of her husband's father, and so his uncle, which was a nearer relation than an own cousin.


FOOTNOTES:

F23 Midrash Ruth, ut supra. (31. 4. & 34. 2) Jarchi in loc.

Ruth 3:12 In-Context

10 En hij zeide: Gezegend zijt gij den HEERE, mijn dochter! Gij hebt deze uw laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste, dewijl gij geen jonge gezellen zijt nagegaan, hetzij arm of rijk.
11 En nu, mijn dochter, vrees niet; al wat gij gezegd hebt, zal ik u doen; want de ganse stad mijns volks weet, dat gij een deugdelijke vrouw zijt.
12 Nu dan, wel is waar, dat ik een losser ben; maar er is nog een losser, nader dan ik.
13 Blijf dezen nacht over; voorts in den morgen zal het geschieden, indien hij u lost, goed, laat hem lossen; maar indien het hem niet lust u te lossen, zo zal ik u lossen, zo waarachtig als de HEERE leeft; leg u neder tot den morgen toe.
14 Alzo lag zij neder aan zijn voetdeksel tot den morgen toe; en zij stond op, eer dat de een den ander kennen kon; want hij zeide: Het worde niet bekend, dat een vrouw op den dorsvloer gekomen is.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.