1 Koningen 2:33

33 Alzo zal hun bloed wederkeren op het hoofd van Joab, en op het hoofd van zijn zaad in eeuwigheid; maar David, en zijn zaad, en zijn huis, en zijn troon zal vrede hebben van den HEERE tot in eeuwigheid.

1 Koningen 2:33 Meaning and Commentary

1 Kings 2:33

Their blood shall therefore return upon the head of Joab, and
upon the head of his seed for ever
Not only upon Joab, but upon his posterity as long as there would be any; signifying, that Joab's death would not be a sufficient satisfaction, but the punishment of his murders would be continued to his offspring: see ( 2 Samuel 3:29 ) ;

but upon David, and upon his seed, and upon his house, and upon his
throne, shall there be peace for ever from the Lord;
such traitors and murderers being removed, peace and happiness might be expected and believed would attend the family and kingdom of David; whether this be considered as a prayer, or a prophecy, it can and will have its full accomplishment only in the kingdom of the Messiah the son of David, of the increase of whose government, and the peace thereof, there shall be no end, ( Isaiah 9:7 ) ( Psalms 72:7 ) .

1 Koningen 2:33 In-Context

31 En de koning zeide tot hem: Doe gelijk als hij gesproken heeft, en val op hem aan, en begraaf hem, opdat gij wegdoet, van mij en van mijns vaders huis, dat bloed, dat Joab zonder oorzaak vergoten heeft.
32 Zo zal de HEERE zijn bloed op zijn hoofd doen wederkeren, omdat hij op twee mannen, rechtvaardiger en beter dan hij, aangevallen is, en die met het zwaard gedood heeft, daar het mijn vader David niet wist, Abner, den zoon van Ner, den krijgsoverste van Israel, en Amasa, den zoon van Jether, den krijgsoverste van Juda.
33 Alzo zal hun bloed wederkeren op het hoofd van Joab, en op het hoofd van zijn zaad in eeuwigheid; maar David, en zijn zaad, en zijn huis, en zijn troon zal vrede hebben van den HEERE tot in eeuwigheid.
34 En Benaja, de zoon van Jojada, ging op, en viel op hem aan, en doodde hem; en hij werd begraven in zijn huis, in de woestijn.
35 En de koning zette Benaja, den zoon van Jojada, in zijn plaats over het heir; en Zadok, den priester, zette de koning in de plaats van Abjathar.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.