1 Kronieken 26:8

8 Deze allen waren uit de kinderen van Obed-Edom; zij, en hun kinderen, en hun broeders, kloeke mannen in kracht tot den dienst; daar waren er twee en zestig van Obed-Edom.

1 Kronieken 26:8 Meaning and Commentary

1 Chronicles 26:8

All these of the sons of Obededom
And grandsons: they and their sons and their brethren, able men for strength for the
service;
men of fortitude of mind and strength of body, as before observed: were sixty two of Obededom:
that sprung from him, which the Jews F19 account for in an extravagant manner, as the effect of miraculous births.


FOOTNOTES:

F19 T. Bab. Beracot, fol. 63. 2. & 64. 1.

1 Kronieken 26:8 In-Context

6 Ook werden zijn zoon Semaja kinderen geboren, heersende over het huis huns vaders; want zij waren kloeke helden.
7 De kinderen van Semaja waren Othni, en Refael, en Obed, en Elzabad, zijn broeders, kloeke lieden; Elihu, en Semachja.
8 Deze allen waren uit de kinderen van Obed-Edom; zij, en hun kinderen, en hun broeders, kloeke mannen in kracht tot den dienst; daar waren er twee en zestig van Obed-Edom.
9 Meselemja nu had kinderen en broeders, kloeke lieden, achttien.
10 En Hosa, uit de kinderen van Merari, had zonen; Simri was het hoofd; (alhoewel hij de eerstgeborene niet was, nochtans stelde hem zijn vader tot een hoofd).
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.