1 Kronieken 4:36

36 En Eljoenai, en Jaakoba, en Jesohaja, en Asaja, en Adiel, en Jesimeel, en Benaja,

1 Kronieken 4:36 Meaning and Commentary

1 Chronicles 4:36

(See Gill on 1 Chronicles 4:34).

1 Kronieken 4:36 In-Context

34 Doch Mesobab, en Jamlech, en Josa, de zoon van Amazia,
35 En Joel, en Jehu, de zoon van Jesibja, den zoon van Saraja, den zoon van Asiel,
36 En Eljoenai, en Jaakoba, en Jesohaja, en Asaja, en Adiel, en Jesimeel, en Benaja,
37 En Ziza, de zoon van Sifei, den zoon van Allon, den zoon van Jedaja, den zoon van Simri, den zoon van Semaja;
38 Dezen kwamen tot namen, zijnde vorsten in hun huisgezinnen, en de huisgezinnen hunner vaderen braken uit in menigte.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.