1 Kronieken 4:41

41 Dezen nu, die met namen beschreven zijn, kwamen in de dagen van Hizkia, den koning van Juda, en zij sloegen de tenten en woningen dergenen, die daar gevonden werden; en zij verbanden hen, tot op dezen dag; en zij woonden aan hun plaats, want daar was weide voor hun schapen.

1 Kronieken 4:41 Meaning and Commentary

1 Chronicles 4:41

And these written by name
Before in ( 1 Chronicles 4:34-37 ) ,

came in the days of Hezekiah king of Judah;
as Dr. Lightfoot F13 thinks, not within the first fourteen years of his reign, when the Syrian army was abroad, and none dost peep out, but in his last fifteen years, when the army was destroyed and gone:

and smote their tents;
the tents of those who dwelt there for the sake of feeding their flocks, and whose pasturage the Simeonites wanted:

and the habitations that were found there;
or the Meunaim or Maonites, which the Septuagint Version here calls Mineans, a people sometimes mentioned along with the Philistines, and others: see ( Judges 10:11 Judges 10:12 ) ( 1 Chronicles 26:6 1 Chronicles 26:7 )

and destroyed them utterly unto this day:
to the writing of this book; they had not then recovered their possessions:

and dwelt in their room, because there was pasture there for their
flocks;
which was the thing they were in search of.


FOOTNOTES:

F13 Works, vol. 1. p. 111.

1 Kronieken 4:41 In-Context

39 En zij gingen tot aan den ingang van Gedor tot het oosten des dals, om weide te zoeken voor hun schapen.
40 En zij vonden vette en goede weide, en een land, wijd van begrip, en stil, en gerust; want die van Cham woonden daar tevoren.
41 Dezen nu, die met namen beschreven zijn, kwamen in de dagen van Hizkia, den koning van Juda, en zij sloegen de tenten en woningen dergenen, die daar gevonden werden; en zij verbanden hen, tot op dezen dag; en zij woonden aan hun plaats, want daar was weide voor hun schapen.
42 Ook gingen uit hen, te weten uit de kinderen van Simeon, vijfhonderd mannen, tot het gebergte van Seir; en Pelatja, en Nearja, en Refaja, en Izziel, de zonen van Isei, waren hun tot hoofden.
43 En zij sloegen de overigen der ontkomenen onder de Amalekieten, en zij woonden aldaar tot op dezen dag.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.