2 Koningen 7:9

9 Toen zeiden zij, de een tot den ander: Wij doen niet recht; deze dag is een dag van goede boodschap, en wij zwijgen stil. Indien wij vertoeven tot den lichten morgen, zo zal ons de ongerechtigheid vinden; daarom nu, komt, laat ons gaan, en dit aan het huis des konings boodschappen.

2 Koningen 7:9 Meaning and Commentary

2 Kings 7:9

Then they said one to another, we do not well
This is not right, to take this booty to ourselves; it is not doing justice to our brethren, and it may not prove well to ourselves in the issue:

this day is a day of good tidings;
to be delivered from the enemy, and have such plenty of provisions thrown into their hands; it would be joyful tidings to the inhabitants of the city, did they know it:

and we hold our peace;
and do not publish this good tidings, that others may share the benefit of it:

if we tarry till the morning light;
when it will in course be discovered:

some mischief will come upon us;
either from the Syrians, who they might fear would return by that time, or some of them lurking about would fall upon them and destroy them; or the king of Israel, when he came to know it, would be so incensed as to inflict some punishment on them; or they might expect some evil from the immediate hand of God:

now therefore come, that we may go and tell the king's household;
acquaint some of his servants with what had happened.

2 Koningen 7:9 In-Context

7 Derhalve hadden zij zich opgemaakt, en waren in de schemering gevloden, en hadden hun tenten gelaten, en hun paarden, en hun ezelen, het leger gelijk als het was; en waren gevloden om huns levens wil.
8 Als nu deze melaatsen aan het uiterste des legers kwamen, zo gingen zij in een tent, en aten en dronken, en namen van daar zilver, en goud, en klederen, en gingen henen, en verborgen het; daarna keerden zij weder, en kwamen in een andere tent, namen van daar ook, en gingen henen, en verborgen het.
9 Toen zeiden zij, de een tot den ander: Wij doen niet recht; deze dag is een dag van goede boodschap, en wij zwijgen stil. Indien wij vertoeven tot den lichten morgen, zo zal ons de ongerechtigheid vinden; daarom nu, komt, laat ons gaan, en dit aan het huis des konings boodschappen.
10 Zo kwamen zij, en riepen tot den poortier der stad, en boodschapten hun, zeggende: Wij zijn gekomen tot het leger der Syriers, en ziet, niemand was daar, noch eens mensen stem; maar paarden aangebonden, en ezels aangebonden, en tenten, gelijk als zij waren.
11 En hij riep de poortiers; en zij deden de boodschap binnen in het huis des konings.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.