2 Kronieken 33:16

16 En hij richtte het altaar des HEEREN toe, en offerde daarop dankofferen en lofofferen, en zeide tot Juda, dat zij den HEERE, den God Israels, dienen zouden.

2 Kronieken 33:16 Meaning and Commentary

2 Chronicles 33:16

And he repaired the altar of the Lord
Which was fallen to ruin, being neglected and disused in his times of idolatry: or, according to the Keri, or marginal reading, and so the Targum, "he built it"; which perhaps he had before pulled down and destroyed:

and sacrificed thereon peace offerings and thank offerings;
to the Lord, for bringing him out of captivity, and restoring him to his kingdom; and especially for converting him from his idolatries, giving him repentance for them, and forgiveness of sins:

and commanded Judah to serve the Lord God of Israel;
and him only; another instance of the truth of his repentance, in endeavouring to reform those whom he had misled, and restore the true worship of God among them, and bring them back to that.

2 Kronieken 33:16 In-Context

14 En na dezen bouwde hij den buitenmuur aan de stad Davids, aan de westzijde van Gihon in het dal, en tot den ingang van de Vispoort, en omsingelde Ofel, en verhief dien zeer; hij legde ook krijgsoversten in alle vaste steden in Juda.
15 En hij nam de vreemde goden en die gelijkenis uit het huis des HEEREN weg, mitsgaders al de altaren, die hij gebouwd had op den berg van het huis des HEEREN, en te Jeruzalem; en hij wierp ze buiten de stad.
16 En hij richtte het altaar des HEEREN toe, en offerde daarop dankofferen en lofofferen, en zeide tot Juda, dat zij den HEERE, den God Israels, dienen zouden.
17 Maar het volk offerde nog op de hoogten, hoewel aan den HEERE, hun God.
18 Het overige nu der geschiedenissen van Manasse, en zijn gebed tot zijn God, ook de woorden der zieners, die tot hem gesproken hebben in den Naam van den HEERE, den God Israels, ziet, die zijn in de geschiedenissen der koningen van Israel;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.