2 Samuël 14:5

5 En de koning zeide tot haar: Wat is u? En zij zeide: Zekerlijk, ik ben een weduwvrouw, en mijn man is gestorven.

2 Samuël 14:5 Meaning and Commentary

2 Samuel 14:5

And the king said unto her, what aileth thee?
&c.] Or what is thy case? What is the condition, and what the circumstances, that thou art in, which require help and assistance? intimating that he was ready to grant it on knowledge thereof; however, he was ready to hear what she had to say:

and she answered, I [am] indeed a widow woman;
of a truth a widow, as the Targum; she was really one, a widow indeed, as in ( 1 Timothy 5:3 1 Timothy 5:5 ) ; not one that was separated from her husband, he being alive, or divorced from him on any account; and therefore she adds,

and mine husband is dead;
and has been a long time; this she said to move the pity and compassion of the king, who, as the supreme magistrate in God's stead, was a Father of the fatherless, and the judge of the widow.

2 Samuël 14:5 In-Context

3 En ga in tot den koning, en spreek tot hem naar dit woord. En Joab legde de woorden in haar mond.
4 En de Thekoietische vrouw zeide tot den koning, als zij op haar aangezicht ter aarde was gevallen, en zich nedergebogen had, zo zeide zij: Behoud, o koning!
5 En de koning zeide tot haar: Wat is u? En zij zeide: Zekerlijk, ik ben een weduwvrouw, en mijn man is gestorven.
6 Nu had uw dienstmaagd twee zonen, en deze beiden twistten in het veld, en er was geen scheider tussen hen; en de een sloeg den ander, en doodde hem.
7 En zie, het ganse geslacht is opgestaan tegen uw dienstmaagd, en hebben gezegd: Geef dien hier, die zijn broeder geslagen heeft, dat wij hem voor de ziel zijns broeders, dien hij doodgeslagen heeft, doden, en ook den erfgenaam verdelgen; alzo zullen zij mijn kool, die overgebleven is, uitblussen, opdat zij mijn man geen naam noch overblijfsel laten op den aardbodem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.