2 Samuël 2:3

3 Ook deed David zijn mannen optrekken, die bij hem waren, een iegelijk met zijn huisgezin; en zij woonden in de steden van Hebron.

2 Samuël 2:3 Meaning and Commentary

2 Samuel 2:3

And his men that were with him did David bring up, every man
with his household
They and their families, and no doubt provided well for them when he was settled on the throne, who had shown themselves to be his faithful friends, closely attached to his interest, and had run the risk of their all on his account. See ( Matthew 19:28 ) .

And they dwelt in the cities of Hebron;
in the towns and villages about it; for that itself being a city of refuge, and inhabited by priests, there was not room enough for all David's men, who were now increasing, persons from various tribes flocking to him. See ( 1 Chronicles 12:1-40 ) .

2 Samuël 2:3 In-Context

1 En het geschiedde daarna, dat David den HEERE vraagde, zeggende: Zal ik optrekken in een der steden van Juda? En de HEERE zeide tot hem: Trek op. En David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij zeide: Naar Hebron.
2 Alzo toog David derwaarts op, als ook zijn twee vrouwen, Ahinoam, de Jizreelietische, en Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet.
3 Ook deed David zijn mannen optrekken, die bij hem waren, een iegelijk met zijn huisgezin; en zij woonden in de steden van Hebron.
4 Daarna kwamen de mannen van Juda, en zalfden aldaar David tot een koning over het huis van Juda. Toen boodschapten zij David, zeggende: Het zijn de mannen van Jabes in Gilead, die Saul begraven hebben.
5 Toen zond David boden tot de mannen van Jabes in Gilead, en hij zeide tot hen: Gezegend zijt gij den HEERE, dat gij deze weldadigheid gedaan hebt aan uw heer, aan Saul, en hebt hem begraven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.