2 Samuël 5:23

23 En David vraagde den HEERE, Dewelke zeide: Gij zult niet optrekken; maar trek om tot achter hen, dat gij aan hen komt van tegenover de moerbezienbomen;

2 Samuël 5:23 Meaning and Commentary

2 Samuel 5:23

And when David inquired of the Lord
For though he had success before, and got the victory, he would not engage again with them without having the mind and will of God, on whom he knew victory alone depended:

he said, thou shalt not go up;
that is, directly, and in a straight line:

[but] fetch a compass behind them;
and get to the rear of them, instead of falling upon them in the front:

and come upon them over against the mulberry trees:
which grew in the valley of Rephaim, and near where the Philistines had pitched.

2 Samuël 5:23 In-Context

21 En zij lieten hun afgoden aldaar; en David en zijn mannen namen ze op.
22 Daarna togen de Filistijnen weder op; en zij verspreidden zich in het dal Refaim.
23 En David vraagde den HEERE, Dewelke zeide: Gij zult niet optrekken; maar trek om tot achter hen, dat gij aan hen komt van tegenover de moerbezienbomen;
24 En het geschiede, als gij hoort het geruis van een gang in de toppen der moerbezienbomen, dan rep u; want alsdan is de HEERE voor uw aangezicht uitgegaan, om het heirleger der Filistijnen te slaan.
25 En David deed alzo, gelijk als de HEERE hem geboden had; en hij sloeg de Filistijnen van Geba af, totdat gij komt te Gezer.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.