Amos 7:5

5 Toen zeide ik: Heere HEERE! houd toch op; wie zou er van Jakob blijven staan; want hij is klein!

Amos 7:5 Meaning and Commentary

Amos 7:5

Then said I, O Lord God, cease, I beseech thee
From destroying the land; suffer not this calamity to proceed any further; using the same argument as before: by whom shall Jacob arise? for he [is] small; (See Gill on Amos 7:2).

Amos 7:5 In-Context

3 Toen berouwde zulks den HEERE; het zal niet geschieden, zeide de HEERE.
4 Wijders deed mij de Heere HEERE aldus zien; en ziet, de Heere HEERE riep uit, dat Hij wilde twisten met vuur; en het verteerde een groten afgrond, ook verteerde het een stuk lands.
5 Toen zeide ik: Heere HEERE! houd toch op; wie zou er van Jakob blijven staan; want hij is klein!
6 Toen berouwde zulks den HEERE. Ook dit zal niet geschieden, zeide de Heere HEERE.
7 Nog deed Hij mij aldus zien; en ziet, de Heere stond op een muur, die naar het paslood gemaakt was, en een paslood was in Zijn hand.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.