Deuteronomium 1:36

36 Behalve Kaleb, de zoon van Jefunne; die zal het zien, en aan hem zal Ik het land geven, waarop hij getreden heeft, en aan zijn kinderen; omdat hij volhard heeft den HEERE te volgen.

Deuteronomium 1:36 Meaning and Commentary

Deuteronomy 1:36

Save Caleb, the son of Jephunneh, he shall see it
Enter into it, and enjoy it:

and Joshua
also; who was the other spy with him, that brought a good report of the land; see ( Deuteronomy 1:38 ) ,

and to him will I give the land that he hath trodden upon, and to his
children:
not the whole land of Canaan, but that part of it which he particularly came to and searched; and where the giants were, and he saw them, and notwithstanding was not intimidated by them, but encouraged the people to go up and possess it; and the part he came to particularly, and trod on, was Hebron, ( Numbers 13:22 ) and which the Targum of Jonathan, Jarchi, and Aben Ezra, interpret of that; and this was what was given to him and his at the division of the land, ( Joshua 14:13-15 ) ( Joshua 15:13 Joshua 15:4 ) ,

because he hath wholly followed the Lord;
see ( Numbers 14:24 ) .

Deuteronomium 1:36 In-Context

34 Als nu de HEERE de stem uwer woorden hoorde, zo werd Hij zeer toornig, en zwoer, zeggende:
35 Zo iemand van deze mannen, van dit kwade geslacht, zal zien dat goede land, hetwelk Ik gezworen heb uw vaderen te zullen geven!
36 Behalve Kaleb, de zoon van Jefunne; die zal het zien, en aan hem zal Ik het land geven, waarop hij getreden heeft, en aan zijn kinderen; omdat hij volhard heeft den HEERE te volgen.
37 Ook vertoornde zich de HEERE op mij om uwentwil, zeggende: Gij zult daar ook niet inkomen.
38 Jozua, de zoon van Nun, die voor uw aangezicht staat, die zal daarin komen; sterk denzelven, want hij zal het Israel doen erven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.