Deuteronomium 3:12

12 Ditzelfde land nu namen wij te dier tijd in bezit; van Aroer af, dat aan de beek Arnon is, en de helft van het gebergte van Gilead, met de steden van hetzelve, gaf ik aan de Rubenieten en Gadieten.

Deuteronomium 3:12 Meaning and Commentary

Deuteronomy 3:12

And this land, which we possessed at that time
Or took possession of, having conquered it; for it still remained in their possession:

from Aroer, which is by the river Arnon:
on the borders of Moab, from thence as far as Gilead was the land which was taken from Sihon king of Heshbon, ( Deuteronomy 2:36 )

and half Mount Gilead, and the cities thereof:
which were taken from Og king of Bashan, ( Deuteronomy 3:10 )

gave I unto the Reubenites, and to the Gadites;
at their request, on certain conditions to be performed by them, afterwards repeated.

Deuteronomium 3:12 In-Context

10 Al de steden des platten lands, en het ganse Gilead, en het ganse Bazan, tot Salcha en Edrei toe; steden des koninkrijks van Og in Bazan.
11 Want Og, de koning van Bazan, was alleen van de overigen der reuzen overgebleven; ziet, zijn bedstede, zijnde een bedstede van ijzer, is zij niet te Rabba der kinderen Ammons? Negen ellen is haar lengte, en vier ellen haar breedte, naar eens mans elleboog.
12 Ditzelfde land nu namen wij te dier tijd in bezit; van Aroer af, dat aan de beek Arnon is, en de helft van het gebergte van Gilead, met de steden van hetzelve, gaf ik aan de Rubenieten en Gadieten.
13 En het overige van Gilead, mitsgaders het ganse Bazan, het koninkrijk van Og, gaf ik aan den halven stam van Manasse, de ganse landstreek van Argob, door het ganse Bazan; datzelve werd genoemd het land der reuzen.
14 Jair, de zoon van Manasse, kreeg de ganse landstreek van Argob, tot aan de landpale der Gezurieten en Maachathieten; en hij noemde ze naar zijn naam, Bazan Havvoth-Jair, tot op dezen dag.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.