Ezechiël 34:5

5 Alzo zijn zij verstrooid, omdat er geen herder is; en zij zijn als het wild gedierte des velds tot spijze geworden, dewijl zij verstrooid waren.

Ezechiël 34:5 Meaning and Commentary

Ezekiel 34:5

And they were scattered because there is no shepherd
No good one; there were shepherds, but they were idol shepherds, good for nothing, and it was all one as if there were none: so, in Christ's time, there were the Scribes and Pharisees; yet, since these did not feed the people with wholesome doctrine, they are said to be as sheep without a shepherd, and scattered abroad, as here from the fold, and from one another; dispersed here and there, seeking food, and none, which moved his compassion, ( Matthew 9:36 ) , in the political sense it may refer to their captivity, and their dispersion among the nations, having no king: So the Targum,

``and they were scattered without a governor.''

And they became meat to all beasts of the field when they were
scattered;
the Targum is,

``and they were delivered to all the kingdoms of the people to be consumed;''

such as the Assyrians, Babylonians, Ammonites, Moabites, and others; and may be applied to false teachers, those grievous wolves, which spare not the flock, into whose hands members of churches, professors of religion, fall, when neglected by their shepherds.

Ezechiël 34:5 In-Context

3 Gij eet het vette, en bekleedt u met de wol, gij slacht het gemeste, maar de schapen weidt gij niet.

4 De zwakke sterkt gij niet, en het kranke heelt gij niet, en het gebrokene verbindt gij niet, en het weggedrevene brengt gij niet weder, en het verlorene zoekt gij niet; maar gij heerst over hen met strengheid en met hardigheid.

5 Alzo zijn zij verstrooid, omdat er geen herder is; en zij zijn als het wild gedierte des velds tot spijze geworden, dewijl zij verstrooid waren.

6 Mijn schapen dolen op alle bergen en op allen hogen heuvel, ja, Mijn schapen zijn verstrooid op den gansen aardbodem; en er is niemand, die er naar vraagt, en niemand, die ze zoekt.

7 Daarom, gij herders! hoort des HEEREN woord!