Ezechiël 37:21

21 Spreek dan tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal de kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, waarhenen zij getogen zijn, en zal ze vergaderen van rondom, en brengen hen in hun land;

Ezechiël 37:21 Meaning and Commentary

Ezekiel 37:21

And say unto them, thus saith the Lord God
Or, as the Targum,

``thou shalt prophesy to them;''
for what follows is a prophecy of what shall be in the latter day: behold, I will take the children of Israel from among the Heathen,
whither they be gone,
or, "from among the Gentiles" F2; not only the Chaldeans, where they were carried captives; but from among the nations where they are now dispersed, and among whom they go freely of their own accord from place to place, for the sake of traffic: and this phrase, "whither they be gone", or "are going" F3, travelling about from one country to another, better describes the present Jews, and their state, than those in the Babylonian captivity: and will gather them on every side,
or, "round about" F4; from the several parts of the world where they are: and bring them into their own land;
the land of Canaan, given by the Lord to their fathers, and to them their posterity, for an inheritance; though now in the possession of others, who, it seems, are not the right owners.
FOOTNOTES:

F2 (Myywgh Nybm) "e medio ipsarum gentium", Junius & Tremellius; "ex gentibus", Starckius; "e [vel] medio gentium", Piscator, Cocceius.
F3 (wklh) "ambulant, vel ambulantes sunt".
F4 (bybom) "circumquaque", Junius & Tremellius, Polanus, Starckius.

Ezechiël 37:21 In-Context

19 Zo spreek tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand.
20 De houten nu, op dewelke gij zult geschreven hebben, zullen in uw hand zijn voor hunlieder ogen.
21 Spreek dan tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal de kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, waarhenen zij getogen zijn, en zal ze vergaderen van rondom, en brengen hen in hun land;
22 En Ik zal ze maken tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen te zamen een enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan meer in twee koninkrijken verdeeld zijn.
23 En zij zullen zich niet meer verontreinigen met hun drekgoden, en met hun verfoeiselen, en met al hun overtredingen; en Ik zal ze verlossen uit al hun woonplaatsen, in dewelke zij gezondigd hebben, en zal ze reinigen; zo zullen zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.