Ezechiël 37:22

22 En Ik zal ze maken tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen te zamen een enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan meer in twee koninkrijken verdeeld zijn.

Ezechiël 37:22 Meaning and Commentary

Ezekiel 37:22

And I will make them one nation in the land upon the
mountains of Israel,
&c;] As they were in the times of David and Solomon, who were both types of the Messiah; and to whose times is referred this prophecy by the ancient Jews F5, as then to have its accomplishment: and one king shall be king to them all,
not Zerubbabel, nor Nehemiah, nor Judas Maccabaeus; for these were neither of them kings; and much less such as reigned for ever, as it is said this king shall, ( Ezekiel 37:25 ) , besides, he is expressly said to be David, that is, the Messiah the son of David; and this clause is by a modern Jewish F6 writer applied to him: and they shall be no more two nations, neither shall they be divided
into two kingdoms any more at all;
which is the very thing the two sticks made one were an emblem of.


FOOTNOTES:

F5 Zohar in Gen. fol. 85. 4.
F6 R. Abendana, Not. in Miclol Yophi in 1 Kings xi. 39.

Ezechiël 37:22 In-Context

20 De houten nu, op dewelke gij zult geschreven hebben, zullen in uw hand zijn voor hunlieder ogen.
21 Spreek dan tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal de kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, waarhenen zij getogen zijn, en zal ze vergaderen van rondom, en brengen hen in hun land;
22 En Ik zal ze maken tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen te zamen een enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan meer in twee koninkrijken verdeeld zijn.
23 En zij zullen zich niet meer verontreinigen met hun drekgoden, en met hun verfoeiselen, en met al hun overtredingen; en Ik zal ze verlossen uit al hun woonplaatsen, in dewelke zij gezondigd hebben, en zal ze reinigen; zo zullen zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn.
24 En Mijn Knecht David zal Koning over hen zijn; en zij zullen allen te zamen een Herder hebben; en zij zullen in Mijn rechten wandelen, en Mijn inzettingen bewaren en die doen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.