Ezechiël 42:10

10 Aan de breedte van den muur des voorhofs, den weg naar het oosten, voor aan de afgesneden plaats, en voor aan het gebouw, waren kameren.

Ezechiël 42:10 Meaning and Commentary

Ezekiel 42:10

The chambers were in the thickness of the wall of the court
toward the east
As there were chambers in the northern part of the outward court, some which looked to the north, and others to the south, so likewise some to the east; and these were built on the breadth, as it may be rendered, of the court wall to the east; signifying there will be churches raised in all the northern parts of the world: over against the separate place, and over against the building;
as the other chambers were; (See Gill on Ezekiel 42:1).

Ezechiël 42:10 In-Context

8 Want de lengte der kameren, die het buitenste voorhof had, was vijftig ellen; en ziet, voor aan den tempel waren honderd ellen.
9 Van onder deze kameren nu was de ingang van het oosten, als iemand tot dezelve ingaat, uit het buitenste voorhof.
10 Aan de breedte van den muur des voorhofs, den weg naar het oosten, voor aan de afgesneden plaats, en voor aan het gebouw, waren kameren.
11 En de weg voor dezelve henen was als de gedaante der kameren, die den weg naar het noorden waren, naar derzelver lengte, alzo naar derzelver breedte; en al haar uitgangen waren ook naar derzelver wijzen en naar derzelver deuren.
12 En gelijk de deuren der kameren, die den weg naar het zuiden waren, was er een deur in het hoofd van den weg, den weg voor aan den rechten muur, den weg naar het oosten, als men daar ingaat.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.