Ezra 1:7

7 Ook bracht de koning Kores uit, de vaten van het huis des HEEREN, die Nebukadnezar uit Jeruzalem had uitgevoerd, en had gesteld in het huis zijns gods.

Ezra 1:7 Meaning and Commentary

Ezra 1:7

And Cyrus brought forth the vessels of the house of the Lord,
&c.] Or ordered them to be brought forth:

which Nebuchadnezzar had brought forth out of Jerusalem;
out of the temple there, when he took it and burnt it:

and had put them in the house of his gods;
in the temple of Belus at Babylon, see ( 2 Chronicles 36:7 ) ( Daniel 1:2 ) ( Daniel 5:2 Daniel 5:3 ) , by which means they were providentially preserved.

Ezra 1:7 In-Context

5 Toen maakten zich op de hoofden der vaderen van Juda en Benjamin, en de priesteren en de Levieten, benevens een iegelijk, wiens geest God verwekte, dat zij optrokken om te bouwen het huis des HEEREN, die te Jeruzalem woont.
6 Allen nu, die rondom hen waren, sterkten hunlieder handen met zilveren vaten, met goud, met have, en met beesten, en met kostelijkheden; behalve alles, wat vrijwillig gegeven werd.
7 Ook bracht de koning Kores uit, de vaten van het huis des HEEREN, die Nebukadnezar uit Jeruzalem had uitgevoerd, en had gesteld in het huis zijns gods.
8 En Kores, de koning van Perzie, bracht ze uit door de hand van Mithredath, den schatmeester, die ze aan Sesbazar, den vorst van Juda, toetelde.
9 En dit is hun getal: dertig gouden bekkens, duizend zilveren bekkens, negen en twintig messen;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.