Genesis 12:9

9 Daarna vertrok Abram, gaande en trekkende naar het zuiden.

Genesis 12:9 Meaning and Commentary

Genesis 12:9

And Abram journeyed
He did not stay long in the mountain between Bethel and Hai, but moved from thence, and kept on journeying in the land of Canaan:

going on still toward the south;
the southern part of the land of Canaan, which lay nearest Egypt, into which he is said to go next, the occasion of which follows.

Genesis 12:9 In-Context

7 Zo verscheen de HEERE aan Abram, en zeide: Aan uw zaad zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij aldaar een altaar den HEERE, Die hem aldaar verschenen was.
8 En hij brak op van daar naar het gebergte, tegen het oosten van Beth-El, en hij sloeg zijn tent op, zijnde Beth-El tegen het westen, en Ai tegen het oosten; en hij bouwde aldaar den HEERE een altaar, en riep den naam des HEEREN aan.
9 Daarna vertrok Abram, gaande en trekkende naar het zuiden.
10 En er was honger in dat land; zo toog Abram af naar Egypte, om daar als een vreemdeling te verkeren, dewijl de honger zwaar was in dat land.
11 En het geschiedde, als hij naderde, om in Egypte te komen, dat hij zeide tot Sarai, zijn huisvrouw: Zie toch, ik weet, dat gij een vrouw zijt, schoon van aangezicht.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.