Genesis 3:10

10 En hij zeide: Ik hoorde Uw stem in den hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.

Genesis 3:10 Meaning and Commentary

Genesis 3:10

And he said, I heard thy voice in the garden
The voice of thy Word, as the Targums of Onkelos and Jonathan: this was not the true cause of his hiding himself; he had heard his voice in the garden before, when it did not strike him with terror, but gave him pleasure; and I was afraid, because I was naked.
This also was not the true reason; he was naked from his creation as to his body, and it caused no shame in him, nor any dread to appear before God; he conceals the true cause, which was sin, that made the nakedness of his body shameful, and had stripped his soul of its native clothing, purity and holiness; and therefore it was, he could not appear before a pure and holy Being: and I hid myself;
among the trees of the garden, and his wife also; or therefore ^F23 "hid myself"; through fear of God, his wrath and displeasure, which he had justly incurred by his disobedience, and because of his sin which had made his soul naked, though he was not as yet ingenuous enough to confess it.

---

FOOTNOTES:

F23 (w) "ldeo", Vatablus.

Genesis 3:10 In-Context

8 En zij hoorden de stem van den HEERE God, wandelende in den hof, aan de wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE God, in het midden van het geboomte des hofs.

9 En de HEERE God riep Adam, en zeide tot hem: Waar zijt gij?

10 En hij zeide: Ik hoorde Uw stem in den hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.

11 En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van dien boom gegeten, van welken Ik u gebood, dat gij daarvan niet eten zoudt?

12 Toen zeide Adam: De vrouw, die Gij bij mij gegeven hebt, die heeft mij van dien boom gegeven, en ik heb gegeten.