Genesis 30:8

8 Toen zeide Rachel: Ik heb worstelingen Gods met mijn zuster geworsteld; ook heb ik de overhand gehad; en zij noemde zijn naam Nafthali.

Genesis 30:8 Meaning and Commentary

Genesis 30:8

And Rachel said, with great wrestlings have I wrestled with my
sister
Or, "with the wrestlings of God" ^F1, wrestling and striving in prayer with God; being vehement and importunate in her petitions to him, that she might have children as well as her sister: some render it, "I used the craftinesses of God", or "great craftiness with my sisters" ^F2; by giving her maid Bilhah to her husband, and having children by her: and I have prevailed;
as she strove in her desires and prayers to have another child before her sister had; in that she prevailed, or she was succeeded in her desires, she had children as she wished to have: and she called his name Naphtali;
which signifies "my wrestling", being a child she had been striving and wrestling for: these two sons of Bilhah were born, as say the Jews, Dan on the twenty ninth day of Elul or August, and lived one hundred and twenty seven years; Naphtali on the fifth of Tisri or September, and lived one hundred and thirty three years.

---

FOOTNOTES:

F1 (Myhla ylwtpn) "luctationibus Dei", Montanus, Vatablus, Drusius, Cartwright.
F2 "Calliditatibus Dei, Oleaster, astutiis Dei", Schmidt.

Genesis 30:8 In-Context

6 Toen zeide Rachel: God heeft mij gericht, en ook mijn stem verhoord, en heeft mij een zoon gegeven; daarom noemde zij zijn naam Dan.

7 En Bilha, Rachels dienstmaagd, werd wederom bevrucht, en baarde Jakob den tweeden zoon.

8 Toen zeide Rachel: Ik heb worstelingen Gods met mijn zuster geworsteld; ook heb ik de overhand gehad; en zij noemde zijn naam Nafthali.

9 Toen nu Lea zag, dat zij ophield van baren, nam zij ook haar dienstmaagd Zilpa, en gaf die aan Jakob tot een vrouw.

10 En Zilpa, Lea's dienstmaagd, baarde Jakob een zoon.