Genesis 40:3

3 En hij leverde hen in bewaring, ten huize van den overste der trawanten, in het gevangenhuis, ter plaatse, waar Jozef gevangen was.

Genesis 40:3 Meaning and Commentary

Genesis 40:3

And he put them in ward in the house of the captain of the
guard
Who is generally thought to be Potiphar, since this was the office he was in, ( Genesis 39:1 ) ; unless he was dead, and there was another put into his room, or there were more than one in the same office: into the prison, the place where Joseph [was] bound;
that is, where he had been bound, and where he was still a prisoner, though not fettered and in that close confinement he had been in.

Genesis 40:3 In-Context

1 En het geschiedde na deze dingen, dat de schenker des konings van Egypte en de bakker, zondigden tegen hun heer, tegen den koning van Egypte.
2 Zodat Farao zeer toornig werd op zijn twee hovelingen, op den overste der schenkers, en op den overste der bakkers.
3 En hij leverde hen in bewaring, ten huize van den overste der trawanten, in het gevangenhuis, ter plaatse, waar Jozef gevangen was.
4 En de overste der trawanten bestelde Jozef bij hen, dat hij hen diende; en zij waren sommige dagen in bewaring.
5 Zij droomden nu beiden een droom, elk zijn droom, in een nacht, elk naar de uitlegging zijns drooms, de schenker en de bakker, die des konings van Egypte waren, die gevangen waren in het gevangenhuis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.