Handelingen 10:39

39 En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken zij gedood hebben, Hem hangende aan het hout.

Handelingen 10:39 Meaning and Commentary

Acts 10:39

And we are witnesses of all things
That is, Peter, and the rest of the apostles, were witnesses, even eyewitnesses, of Christ's going about from place to place, and of the good he did every where, and of the miracles which he wrought; and even of every thing

which he did both in the land of the Jews;
which takes in not only Judea, but Galilee, and beyond Jordan;

and in Jerusalem;
the metropolis of Judea:

whom they slew and hanged on a tree;
whom the Jews put to death; for since it was by their instigation, and at their request, it is ascribed to them; and who not content with any death, desired he might be crucified, or hanged on a tree; partly because of the pain and torture of it, and partly because of the shame and ignominy that attended it; as well as to throw off the scandal of his death from themselves to the Romans, crucifixion being a Roman punishment.

Handelingen 10:39 In-Context

37 Gijlieden weet de zaak, die geschied is door geheel Judea, beginnende van Galilea, na den doop, welken Johannes gepredikt heeft;
38 Belangende Jezus van Nazareth, hoe Hem God gezalfd heeft met den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan is, goeddoende, en genezende allen, die van den duivel overweldigd waren; want God was met Hem.
39 En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken zij gedood hebben, Hem hangende aan het hout.
40 Dezen heeft God opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar zou worden;
41 Niet al den volke, maar den getuigen, die van God te voren verkoren waren, ons namelijk, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden opgestaan was.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.