Handelingen 10:41

41 Niet al den volke, maar den getuigen, die van God te voren verkoren waren, ons namelijk, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden opgestaan was.

Handelingen 10:41 Meaning and Commentary

Acts 10:41

Not to all the people
Of the Jews, who crucified him; nor to the whole body of the Christians, though at one time to a large number, even five hundred brethren at once:

but unto witnesses chosen before of God;
by Christ himself, who is God:

even to us, who did eat and drink with him after he rose from the
dead;
namely, to the apostles, with whom he familiarly conversed by times, for the space of forty days after his resurrection; and Beza's most ancient copy; and the Ethiopic version here add, "forty days"; and particularly he did sometimes eat and drink with them; ( Luke 24:42 Luke 24:43 ) ( John 21:12 John 21:15 ) and though drinking is not mentioned, it is included in eating, as in ( Luke 7:36 ) wherefore there is no need to connect the last clause, "after he rose from the dead", with the latter part of the preceding verse, as some do, on that account.

Handelingen 10:41 In-Context

39 En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken zij gedood hebben, Hem hangende aan het hout.
40 Dezen heeft God opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar zou worden;
41 Niet al den volke, maar den getuigen, die van God te voren verkoren waren, ons namelijk, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden opgestaan was.
42 En heeft ons geboden den volke te prediken, en te betuigen, dat Hij is Degene, Die van God verordend is tot een Rechter van levenden en doden.
43 Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.