Jeremia 18:21

21 Daarom, geef hun zonen den honger over, en doe ze wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van kinderen beroofd en weduwen worden, en laat hun mannen door den dood omgebracht, en hun jongelingen met het zwaard geslagen worden in den strijd.

Jeremia 18:21 Meaning and Commentary

Jeremiah 18:21

Therefore deliver up their children to the famine
To be starved, and perish by it, as they were in the siege of Jerusalem, both by the Chaldeans, and the Romans: and pour out their [blood] by the force of the sword:
or, "upon the hands of the sword" F6; by means of it; that is, the blood of the parents of the children; let the one perish by famine, and the other by the sword; which, when thrust into a man, blood gushes out, and runs upon the sword to the handle of it: and let their wives be bereaved of their children, and [be] widows;
let them have neither husbands nor children; which latter might be a comfort to them, when they had lost their husbands; but being stripped of these also, the affliction and distress must be the greater: and let their men be put to death;
or "slain with death" F7; with the pestilence, as Kimchi rightly interprets it; see ( Revelation 6:8 ) ; Jarchi understands it of the angel of death; see ( Hebrews 2:14 ) ; [let] their young men [be] slain by the sword in battle;
such being commonly employed in military service, as being the most proper persons for it.


FOOTNOTES:

F6 (brx ydy le) "super manus gladii", Montanus, Schmidt.
F7 (twm ygrh wyhy) "occisi morte", Pagninus, Montanus, "i.e. peste" Schmidt; "occisi mortis", Cocceius.

Jeremia 18:21 In-Context

19 HEERE! luister naar mij, en hoor naar de stem mijner twisters.
20 Zal dan kwaad voor goed vergolden worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, dat ik voor Uw aangezicht gestaan heb, om goed voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden.
21 Daarom, geef hun zonen den honger over, en doe ze wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van kinderen beroofd en weduwen worden, en laat hun mannen door den dood omgebracht, en hun jongelingen met het zwaard geslagen worden in den strijd.
22 Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken verborgen voor mijn voeten.
23 Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen mij ten dode; maak geen verzoening over hun ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht; maar laat hen nedergeveld worden voor Uw aangezicht; handel alzo met hen, ten tijde Uws toorns.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.