Jesaja 30:12

12 Daarom, zo zegt de Heilige Israels: Omdat gijlieden dit woord verwerpt, en vertrouwt op onderdrukking en verkeerdheid, en steunt daarop:

Jesaja 30:12 Meaning and Commentary

Isaiah 30:12

Wherefore thus saith the Holy One of Israel
The prophet introduces his message with the phrase they objected to: ministers of the word must not seek to please men, nor should they be deterred from the use of phrases, because disliked by natural men: as, in our days, men do not love to hear the name of Christ so often mentioned, or his Gospel, or the glorious truths of it; but the use of them should not be left off on that account, but rather they should be the more inculcated, as we find this phrase was; see ( Isaiah 30:15 ) : Because ye despise this word;
either this name of the Lord, "the Holy One of Israel"; or this prophecy that was delivered unto them, which reproved them for their confidence in Egypt, and exhorted them to sit still at home, and trust in the Lord; but instead of that they trusted in what was very bad, as follows: but trust in oppression and perverseness, and stay thereon;
either in oppressors, and perverse persons, as the Egyptians were; or in their wealth, got by oppression, rapine, and fraud, which they carried to Egypt, and on which they depended for help and relief; and in that perverse disposition of mind, contradicting the Lord speaking by his prophets, resolving to take their own way, not doubting but that they should have success.

Jesaja 30:12 In-Context

10 Die daar zeggen tot de zieners: Ziet niet; en tot de schouwers: Schouwt ons niet, wat recht is; spreekt tot ons zachte dingen, schouwt ons bedriegerijen.

11 Wijkt af van den weg, maakt u van de baan; laat den Heilige Israels van ons ophouden!

12 Daarom, zo zegt de Heilige Israels: Omdat gijlieden dit woord verwerpt, en vertrouwt op onderdrukking en verkeerdheid, en steunt daarop:

13 Daarom zal ulieden deze misdaad zijn gelijk een vallende scheur, uitwaarts gebogen in een hogen muur, welks breuk haastelijk in een ogenblik komen zal.

14 Ja, Hij zal ze verbreken, gelijk een pottenbakkerskruik verbroken wordt; in het brijzelen zal Hij niet verschonen; alzo dat van haar verbrijzeling niet een scherf zal gevonden worden, om vuur uit den haard te nemen, of om water te scheppen uit een gracht.