Job 18:19

19 Hij zal geen zoon, noch neef hebben onder zijn volk; en niemand zal in zijn woningen overig zijn.

Job 18:19 Meaning and Commentary

Job 18:19

He shall neither have son nor nephew among his people
Neither son, nor son's son, or grandson; so the Targum, Jarchi, and Bar Tzemach; that is, he shall be childless, and have no heirs, successors, or survivors, to inherit his estate, bear and perpetuate his name among the people of his country, city, or neighbourhood. Bildad respects no doubt the present case of Job, who had lost all his children; but he was mistaken if he thought he should die so, for he had after this as many children as he had before:

nor any remaining in his dwellings;
being all dead, or fled from them, through the terror, desolation, and destruction in them. Aben Ezra and Bar Tzemach interpret them places in which he was a sojourner or stranger; and Mr. Broughton, nor remnant in his pilgrimage.

Job 18:19 In-Context

17 Zijn gedachtenis zal vergaan van de aarde, en hij zal geen naam hebben op de straten.

18 Men zal hem stoten van het licht in de duisternis, en men zal hem van de wereld verjagen.

19 Hij zal geen zoon, noch neef hebben onder zijn volk; en niemand zal in zijn woningen overig zijn.

20 Over zijn dag zullen de nakomelingen verbaasd zijn, en de ouden met schrik bevangen worden.

21 Gewisselijk, zodanige zijn de woningen des verkeerden, en dit is de plaats desgenen die God niet kent.