Jozua 15:4

4 En gaat door naar Azmon, en komt uit aan de beek van Egypte; en de uitgangen dezer landpale zullen naar de zee zijn. Dit zal uw landpale tegen het zuiden zijn.

Jozua 15:4 Meaning and Commentary

Joshua 15:4

[From thence] it passed towards Azmon, and went out unto the
river of Egypt
In like manner is this coast described, ( Numbers 34:5 ) ; it is called by Jerom F24 Asemona, and said to be a city in the desert, to the south of Judah, dividing Egypt, and the lot of the tribe of Judah, leading to the sea:

and the outgoings of that coast were at the sea;
the Mediterranean sea; or to the west, as the Targum; this was the utmost border of the tribe of Judah this way:

this shall be your south coast;
of the lot that fell to the tribe of Judah.


FOOTNOTES:

F24 De loc. Heb. fol. 87. K.

Jozua 15:4 In-Context

2 Zodat hun landpale, tegen het zuiden, het uiterste van de Zoutzee was, van de tong af, die tegen het zuiden ziet;
3 En zij gaat uit naar het zuiden tot den opgang van Akrabbim, en gaat door naar Zin, en gaat op van het zuiden naar Kades-Barnea, en gaat door Hezron, en gaat op naar Adar, en gaat om Karkaa;
4 En gaat door naar Azmon, en komt uit aan de beek van Egypte; en de uitgangen dezer landpale zullen naar de zee zijn. Dit zal uw landpale tegen het zuiden zijn.
5 De landpale nu tegen het oosten zal de Zoutzee zijn, tot aan het uiterste van de Jordaan; en de landpale, aan de zijde tegen het noorden, zal zijn van de tong der zee, van het uiterste van de Jordaan.
6 En deze landpale zal opgaan tot Beth-hogla, en zal doorgaan van het noorden naar Beth-araba; en deze landpale zal opgaan tot den steen van Bohan, den zoon van Ruben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.