3
Wat nu overblijft van het spijsoffer, zal voor Aaron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid der heiligheden van de vuurofferen des HEEREN.
4
En als gij offeren zult een offerande van spijsoffer, een gebak des ovens; het zullen zijn ongezuurde koeken van meelbloem, met olie gemengd, en ongezuurde vladen, met olie bestreken.
5
En indien uw offerande spijsoffer is, in de pan gekookt, zij zal zijn van ongezuurde meelbloem, met olie gemengd.
6
Breekt ze in stukken, en giet olie daarop; het is een spijsoffer.
7
En zo uw offerande een spijsoffer des ketels is, het zal van meelbloem met olie gemaakt worden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.