Markus 5:23

23 En bad Hem zeer, zeggende: Mijn dochtertje is in haar uiterste; ik bid U, dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven.

Markus 5:23 Meaning and Commentary

Mark 5:23

And besought him greatly
Used much importunity with him, and was very urgent in his requests:

saying, my little daughter lieth at the point of death,
or "is in the last extremity"; just breathing out her last; for she was not actually dead when he left her, though she was before he returned, and was at this time, as he might expect, expiring, or really gone; (See Gill on Matthew 9:18).

[I pray thee] come and lay thine hands on her, that she may be
healed, and she shall live;
expressing faith in the power of Christ to restore his daughter, though in the utmost extremity; yet seemed to think his presence, and the imposition of his hands were necessary to it.

Markus 5:23 In-Context

21 En als Jezus wederom in het schip overgevaren was aan de andere zijde, vergaderde een grote schare bij Hem; en Hij was bij de zee.
22 En ziet, er kwam een van de oversten der synagoge, met name Jairus; en Hem ziende, viel hij aan Zijn voeten,
23 En bad Hem zeer, zeggende: Mijn dochtertje is in haar uiterste; ik bid U, dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven.
24 En Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij verdrongen Hem.
25 En een zekere vrouw, die twaalf jaren den vloed des bloeds gehad had,
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.