Psalmen 139:22

22 Ik haat hen met volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij.

Psalmen 139:22 Meaning and Commentary

Psalms 139:22

I hate them with perfect hatred
Heartily and really; not in word only, but in deed and in truth; "odio vatiniano", with consummate hatred: this is an answer to his own question;

I count them mine enemies;
being the enemies of God: the friends of God were David's friends, as angels and good men, and God's enemies were his; their friends and enemies, were common; so closely allied and attached were they to each other, as God and all good men are.

Psalmen 139:22 In-Context

20 Die van U schandelijk spreken, en Uw vijanden ijdellijk verheffen.
21 Zou ik niet haten HEERE! die U haten? en verdriet hebben in degenen, die tegen U opstaan?
22 Ik haat hen met volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij.
23 Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten.
24 En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.