Psalmen 78:34

34 Als Hij hen doodde, zo vraagden zij naar Hem, en keerden weder, en zochten God vroeg;

Psalmen 78:34 Meaning and Commentary

Psalms 78:34

When he slew them
Some of them, the spies particularly; or when he threatened to slay them, or was about to do it:

then they sought him;
that is, those who either survived the slain, or were threatened with destruction; these sought the Lord by prayer and supplication, that he would not destroy them; the Targum is,

``they repented and sought him;''

see ( Numbers 14:37 Numbers 14:39 Numbers 14:40 ) ,

and they returned;
from their evil ways, and by repentance, at least in show and appearance:

and inquired early after God;
but not earnestly, and with their whole hearts and spirits; the Targum is,

``they prayed before God;''

which is often done, by carnal professors, in trouble; see ( Isaiah 26:16 ) ( Hosea 5:15 ) .

Psalmen 78:34 In-Context

32 Boven dit alles zondigden zij nog, en geloofden niet, door Zijn wonderen.

33 Dies deed Hij hun dagen vergaan in ijdelheid, en hun jaren in verschrikking.

34 Als Hij hen doodde, zo vraagden zij naar Hem, en keerden weder, en zochten God vroeg;

35 En gedachten, dat God hun Rotssteen was, en God, de Allerhoogste, hun Verlosser.

36 En zij vleiden Hem met hun mond, en logen Hem met hun tong.