Richtere 8:4

4 Als nu Gideon gekomen was aan de Jordaan, ging hij over, met de driehonderd mannen, die bij hem waren, zijnde moede, nochtans vervolgende.

Richtere 8:4 Meaning and Commentary

Judges 8:4

And Gideon came to Jordan, and passed over.
&c.] That river; (See Gill on Judges 7:25) he and three hundred men that were with him, at the defeat of the Midianites in the valley of Jezreel; so that neither at that nor in the pursuit of them hitherto, had he lost one man:

faint, yet pursuing [them]:
they were faint with being up all night, and continually blowing their trumpets; and had been upon the pursuit of their enemies ever since the defeat; and yet, though they were so faint, they did not leave off the pursuit, but were eager at it.

Richtere 8:4 In-Context

2 Hij daarentegen zeide tot hen: Wat heb ik nu gedaan, gelijk gijlieden; zijn niet de nalezingen van Efraim beter dan de wijnoogst van Abi-ezer?
3 God heeft de vorsten der Midianieten, Oreb en Zeeb, in uw hand gegeven; wat heb ik dan kunnen doen, gelijk gijlieden? Toen liet hun toorn van hem af, als hij dit woord sprak.
4 Als nu Gideon gekomen was aan de Jordaan, ging hij over, met de driehonderd mannen, die bij hem waren, zijnde moede, nochtans vervolgende.
5 En hij zeide tot de lieden van Sukkoth: Geeft toch enige bollen broods aan het volk, dat mijn voetstappen volgt, want zij zijn moede; en ik jaag Zebah en Tsalmuna, de koningen der Midianieten, achterna.
6 Maar de oversten van Sukkoth zeiden: Is dan de handpalm van Zebah en Tsalmuna alrede in uw hand, dat wij aan uw heir brood zouden geven?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.