Romeinen 2:25

25 Want de besnijdenis is wel nut, indien gij de wet doet; maar indien gij een overtreder der wet zijt, zo is uw besnijdenis voorhuid geworden.

Romeinen 2:25 Meaning and Commentary

Romans 2:25

For circumcision verily profiteth
The plea from circumcision in favour of the Jews, and their acceptance with God, and justification before him, is here, and in the following verses, considered. The apostle allows that circumcision was profitable; which must be understood whilst it was in force, before the abrogation of it, for since, it is not profitable but pernicious; and then it was only profitable, in case the law was kept:

if thou keepest the law;
that is, perfectly; for circumcision obliged persons to keep the whole law. Now the circumcised Jews did not keep it in such sense; wherefore circumcision was of no use to them, but, on the contrary, was an handwriting against them.

But if thou be a breaker of the law, thy circumcision is made
uncircumcision;
that is, it is not accounted circumcision; it is of no avail; such a man was all one as an uncircumcised Gentile, and appeared to be uncircumcised in a spiritual sense: the apostle perhaps alludes to a practice among some of the Jews, to bring on and draw over the foreskin, after they had been circumcised; (See Gill on 1 Corinthians 7:18).

Romeinen 2:25 In-Context

23 Die op de wet roemt, onteert gij God door de overtreding der wet?

24 Want de Naam van God wordt om uwentwil gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven is.

25 Want de besnijdenis is wel nut, indien gij de wet doet; maar indien gij een overtreder der wet zijt, zo is uw besnijdenis voorhuid geworden.

26 Indien dan de voorhuid de rechten der wet bewaart, zal niet zijn voorhuid tot een besnijdenis gerekend worden?

27 En zal de voorhuid, die uit de natuur is, als zij de wet volbrengt, u niet oordelen, die door de letter en besnijdenis een overtreder der wet zijt?