Genesis 35:12

12 En dit land, dat Ik aan Abraham en Izak gegeven heb, dat zal Ik u geven; en aan uw zaad na u zal Ik dit land geven.

Genesis 35:12 Meaning and Commentary

Genesis 35:12

And the land which I gave Abraham and Isaac, to thee will I
give it
Meaning the land of Canaan, which, as he had by promise given it to his grandfather, and father, so he would give it to him; thus renewing the grant of it for his comfort, and the encouragement of his faith, when he had been in danger of being destroyed by the inhabitants of it, and was obliged to remove from one part of it to another: and to thy seed after thee will I give the land;
and not only make a grant of it to them, but put them into the possession of it, as in process of time he did.

Genesis 35:12 In-Context

10 En God zeide tot hem: Uw naam is Jakob, uw naam zal voortaan niet Jakob genoemd worden, maar Israel zal uw naam zijn; en Hij noemde zijn naam Israel.
11 Voorts zeide God tot hem: Ik ben God de Almachtige! wees vruchtbaar, en vermenigvuldig! Een volk, ja, een hoop der volken zal uit u worden, en koningen zullen uit uw lenden voortkomen.
12 En dit land, dat Ik aan Abraham en Izak gegeven heb, dat zal Ik u geven; en aan uw zaad na u zal Ik dit land geven.
13 Toen voer God van hem op in die plaats, waar Hij met hem gesproken had.
14 En Jakob stelde een opgericht teken op in die plaats, waar Hij met hem gesproken had, een stenen opgericht teken; en hij stortte daarop drankoffer, en goot olie daarover.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.